donderdag 8 november 2012

Verkiezingen


Verkiezingen

Door de periode vóór, tijdens en na de verkiezingen uisluitend te volgen via de New York Times, USA-Today of één van de gevestigde televisiezenders, geeft een onevenwichtig beeld. Onevenwichtig, omdat daar analyses worden gemaakt, voor- en nadelen van de verschillende kandidaten worden uitgelegd en er niet wordt gescholden. Het is natuurlijk wel vreemd dat een krant of een zender een bepaalde kandidaat steunt, zoals vroeger De Volkskrant de juiste katholieke kandidaat aanprees.
De tv-spotjes kunnen soms wel buitengewoon venijnig zijn, maar er is wel duidelijkheid; als je zwart-wit beelden ziet, weet je dat er een tegenstander wordt aangevallen.
Een geheel andere nieuwskant is de zogenaamde talkradio. Voordat er televisie was, waren er natuurlijk ook commentatoren van alle slag op de radio te horen en dat was voor veel mensen de enige nieuwsbron, zeker op het platteland. Maar de talkradio is niet verdwenen en de commentatoren zijn bijna zonder uitzondering van rechtse signatuur en wel zo rechts dat Wilders met hen vergeleken een bedaagde liberaal is. Toegegeven, ze bevestigen altijd toe dat ze conservatief zijn, maar claimen ook altijd de objectieve waarheid te verkondigen. Een stortvloed van onbewezen feiten en absurde meningen is het gevolg. Sinds Reagan is het fout gegaan, Romney is een watje en de armen, de zwarten en de Hispanics hebben op Sinterklaas Obama gestemd; dan krijgen ze geld zonder te hoeven werken.
Waarom heeft Nederland dat niet: geef de oude Wiegel een radiozender!

maandag 5 november 2012

Canadezen (1)



Canadezen (1)

Canadese toeristen zijn in Europa vaak te herkennen aan hun nationale vlag die ze in een kleine uitvoering op hun rugzak of tas hebben genaaid. Ze doen dat omdat ze niet met hun zuidelijke buren verward willen worden; een beetje vergelijkbaar met Nederlanders die niet graag voor Duitsers aangezien willen worden.
Hier in Burlington, Vermont, hebben de talrijke Canadese toeristen geen vlaggetje nodig, omdat ze bijna allemaal Frans spreken. Ze komen uit de Canadese provincie Québec, want het is maar een paar uur met de auto en ze doen hier graag boodschappen of vieren een korte vakantie. Het is goed voor de lokale economie, maar meer dan een enkel winkelopschrift met ‘Bienvenues Québecois’ zie je niet en ik heb in geen enkel restaurant een tweetalig menu kunnen vinden.
De Canadezen zijn in het algemeen meer dan welkom, maar bij hun restaurantbezoek, of eigenlijk bij het betalen van de rekening, gaat het fout, in elk geval in de ogen van het personeel. Dat verdient vaak het schandelijk lage bedrag van $ 4.10 per uur, terwijl het minimumloon $ 8.46 per uur is. Dat verschil moet van de fooien komen en als dat niet lukt, moet de werkgever het verschil bijleggen. Een pervers systeem, want als iemand om wat voor reden dan ook, te weinig fooien binnenhaalt, gaat die zeker niet naar de baas. Het zou je namelijk je baan kunnen kosten. De Canadezen zijn in hun ogen veel te zuinig , want die vinden 15% meer dan genoeg. Dat komt vooral omdat in Canada de restaurantrekening net als in Nederland inclusief fooi is. In de VS niet en daar wordt 15% als ondergrens van een fooi beschouwt en daarom waren een paar restaurants ertoe overgegaan om op de rekening van Franssprekende gasten ongevraagd 18% fooi toe te voegen. Deze ‘Queeb Tax’ is én illegaal én zorgde voor een stroom van reacties, zowel op de lokale tv als in de lokale bladen. Het opvallende is dat er vanuit gegaan wordt dat de Canadezen opgevoed moeten worden om meer fooi te geven en dat niemand oppert het minimumloon voor restaurantpersoneel te verhogen naar het minimumloon. De restaurantbazen bleven mooi buiten schot, maar desondanks zal ik boven de 15% blijven tippen.

Canadezen (2)


Canadezen (2)

De Verenigde Staten zien de noordelijke buurman vaak als het conservatieve land, dat liever onder Engels bestuur bleef dan mee te delen in de geneugten van de Amerikaanse Revolutie. Wat nu Canada is, werd ook een vluchtplaats voor Amerikanen die tegen de Revolutie waren. De Onafhankelijkheidsoorlog  (1775-1783) maakte geen eind aan de slechte verhoudingen; integendeel. In 1812 verklaarde de jonge Amerikaanse Republiek de oorlog aan zijn vroegere kolonisator Engeland met de bedoeling Canada in te lijven. Wat die Engelse kolonie als een veroveringsoorlog zag, werd door de VS natuurlijk als een bevrijdingsoorlog gezien. Het liep slecht af voor de jonge republiek, want niet alleen mislukte de ‘bevrijding’ van het noorden, de Engelsen wisten twee jaar later Washington te bezetten en onder andere het Witte Huis plat te branden. Natuurlijk werd de nederlaag later gezien als een dappere daad tegen een machtige vijand, maar op het moment is hier maar weinig te merken van een 200-jarige herdenking.
Dat is anders in Canada; daar zendt de regering tv-spotjes uit waarin ze haar onderdanen indringend herinnert aan deze lelijke aanval van de Amerikanen. Een aparte regeringswebsite (www.1812.gc.ca) legt het allemaal uit met als hoofdboodschap dat Canada niet zou bestaan als ‘ze’ hadden gewonnen.
Dat progressieve Amerikanen op het moment roepen dat ze naar Canada emigreren als Romney wint, moet maar als ironie van de geschiedenis worden gezien.